Elke Geurts - De weg naar zee November 2013 - waardering: 9,0. Inleiding Soms kom je bij toeval bij een heel bijzonder boek terecht. Na een aankondiging van MarleensBoekvandeweek over De weg naar zee op Twitter klikte ik door naar de bijbehorende recensie. Die was zo intrigerend dat ik besloot een gokje te wagen en mee te doen met de bijbehorende winactie. Intussen kreeg ik ook een nieuwsbrief van VPRO boeken waarin een interview met Elke Geurts over De weg naar zee werd aangekondigd. Bij het beluisteren daarvan werd de fascinatie alleen maar groter en ik was dan ook blij verrast toen ik enkele dagen later van de Bezige Bij een gewonnen exemplaar (met een prachtige stofomslag) ontving. Dat betekende alle andere boeken aan de kant en lezen! Hoewel het interview me al enigszins voorbereidde op wat ik kon verwachten, werd ik compleet overdonderd door de inhoud van dit boek. Dat wordt dus binnenkort een inhaalslag: haar andere twee wil ik nu ook lezen. Samenvatting Op een hete zomerdag sleept Tessa haar zevenjarige dochter in een bolderkar door een zwartgeblakerd duingebied. Een verzengende tocht, waarin ze de zeven jaren met Summer overdenkt. Het meisje is niet haar gedroomde evenbeeld geworden, maar dat heeft Tessa er nooit van weerhouden alles op alles te zetten om het beste uit haar kind te halen: een goede versie van zichzelf. Hoe langer ze door het mulle zand loopt, hoe sterker haar het gevoel van mislukking overvalt. De weg naar zee is een trefzeker portret van een moeder die tot het uiterste gaat in haar liefde voor haar dochter en tegelijkertijd zoekt naar het perfecte leven. (Achterflap) Leeservaring Wat me bij het lezen van dit boek overkwam, maakte ik nog niet eerder mee. Het verhaal is zo aangrijpend en beklemmend en zo wurgend spannend dat je tegelijkertijd verder wilt lezen om de afloop te kennen en eigenlijk ook weer niet omdat je het ergste gaat vrezen. Elke Geurts grijpt je vast en sleurt je het verhaal in, daarna is geen ontkomen meer aan. Sluipenderwijs komt het onheil dichterbij, je voelt het aankomen, maar ziet het niet, kan er de vinger niet op leggen. Toen het boek uit was, moest ik eerst een paar dagen bijkomen voor ik in staat was om te kunnen achterhalen waarom het me zo verwarde. En hoe ze dat klaargespeeld heeft. En nu ga ik dus een poging wagen. Het verhaal speelt zich af in de Schoorlse Duinen. De vriendinnen Tessa en Gina hebben er een zomerhuisje gehuurd op een afgelegen plek om er samen met hun dochtertjes (7 jaar) een weekje van het strand te genieten. In het gebied is de laatste jaren met enige tussenpozen een pyromaan actief. Gina is bang geworden en wil daarom eerder naar huis dan afgesproken. Dit is dus de laatste dag en bloedheet. Toch wil Tessa met haar dochtertje naar zee, terwijl Gina liever thuis blijft met het hare. De weg naar zee is lang en slopend, het zand mul, de zon heet, het slapende kind in de bolderkar zwaar en het meegenomen water onvoldoende, ze raakt de weg kwijt. Het verslag van de tocht wordt afgewisseld met flashbacks, die duidelijk moeten maken wat er allemaal aan deze helletocht vooraf ging. Doordat het perspectief uitsluitend bij Tessa ligt, zit de lezer opgesloten in haar hoofd. Of iedereen om haar heen dus de bedoeling heeft haar te kwetsen, te veroordelen, af te wijzen, dat kun je niet weten. Maar het is wel hoe het bij haar binnenkomt en dat maakt het tegelijkertijd ook mogelijk om haar beter te begrijpen. De karaktertekening van Tessa is geslaagd. Mede door het gedrag van de mensen om haar heen en haar reacties daarop krijgen we een beeld dat meer zegt dan alleen haar innerlijke monoloog. Al vrij snel in het verhaal wordt duidelijk dat haar dochtertje Summer een mongooltje is. Tessa weigert dat de accepteren. Aanvankelijk houdt ze iedereen weg bij de baby, ze is bang voor de reacties. En terwijl ze nu juist alle steun zou kunnen gebruiken, laat de omgeving het afweten. Dat haar ouders zich voorlopig niet meer laten zien nadat ze hun kleinkind eindelijk hebben mogen bekijken, versterkt haar minderwaardigheidsgevoel enorm. Ze heeft weer gefaald in hun ogen. Kennissen en buren mijden haar of maken (onbedoeld) kwetsende opmerkingen, vriendinnen troosten met onwaarachtige cliché's en het toppunt is de beschrijving van de ontmoeting met een moeder van een veel ernstiger geestelijk gehandicapt zoontje die beweert dat dit het beste is wat haar is overkomen. Tessa walgt er allemaal van. Haar man is de enige die hun dochtertje accepteert zoals ze is, dol op haar is en Tessa's steun zou kunnen zijn, maar die stoot ze van zich af, omdat zij er van overtuigd raakt dat er wat aan te doen is. Ze bijt zich vast in de gedachte dat Summer wel de uiterlijke kenmerken van een mongooltje heeft, maar dat dat een vergissing van de natuur is. Dat haar kind beoordeeld wordt op haar uiterlijk en dat als ze er normaal uit zou zien, de vooroordelen vanzelf zouden verdwijnen en ze alle kansen op een normaal leven zou krijgen. Misschien moet ze wat meer haar best doen met leren, maar er zit beslist meer in dan anderen denken. En ze zet uit liefde voor Summer een heel project op om voor haar het allerbeste te bereiken. En dan gaat het wringen bij het lezen. Je voelt de blinde gedrevenheid van Tessa, haar wanhoop, haar vastberadenheid, haar liefde voor het kind en de ondragelijke last die ze voelt (het gesleep door het mulle zand is heel symbolisch). Tussen de regels staat de onmacht van de vader die anders zou willen. Er is een vriendin die een poging doet haar in te doen zien dat ze misschien hulp nodig heeft bij het aanvaarden: ze wordt weg gesnauwd. Haar ouders gooien juist olie op het vuur. Summer leren we vooral kennen via de dingen die ze zegt en hoe ze reageert op haar moeder. Het kost geen enkele moeite om je in het kleine meisje te verplaatsen. Haar opmerkingen snijden je door je ziel, ze doet zo ontzettend haar best, verdraagt zoveel. De tranen springen in je ogen! Ik ga niet verklappen hoe De weg naar zee afloopt. En eigenlijk weet ik dat ook niet precies. Het lijkt er op dat Tessa door de hitte en de dorst een zonnesteek heeft. En omdat we nog steeds in haar hoofd zitten weten we niet meer wat echt en wat hallucinatie is. Misschien maar goed ook. Nu mogen we er zelf desgewenst nog een hoopvol einde aan breien. In het interview met Jeroen Kan zei Elke Geurts (volg link) dat ze in dit boek probeert de grenzen op te zoeken en dat heeft ze zeker gedaan. Niet wat betreft geloofwaardigheid, maar wel t.a.v. waartoe moeders in staat zijn voor de bestwil van hun kinderen. Ze bleef benadrukken dat deze moeder veel van haar kind hield en het beste voor haar wilde. Ze verwees daarbij naar veel moeders van "normale" kinderen die ook hun kind niet accepteren zoals het is. Die ze extra lessen opdringen voor een schooladvies waarbij ze uiteindelijk toch weer struikelen of voortdurend op hun tenen moeten lopen, maar er zijn ook extremen in sport en bij "voice" wedstrijden. Hoeveel pushen en dreigementen komen daaraan te pas? Is dat wel acceptabel? Het boek zet zeker aan tot nadenken over hoe er in het algemeen met kinderen wordt om gegaan. Mogen ze zichzelf nog zijn, zich onbevangen ontwikkelen en daarbij wel gestimuleerd, maar niet gepusht worden? Maar ook over hoe kwetsend goedbedoelde opmerkingen tegen ouders van een mongooltje kunnen zijn. Hoe noodzakelijk het is deze ouders na de geboorte te begeleiden. En dat ook deze kinderen een kans verdienen op een gelukkig en geslaagd leven, zonder forceren, binnen hun eigen mogelijkheden. Het is zeker een boek dat heel wat discussie zal oproepen als het besproken wordt in een leeskring. Het is er uitermate geschikt voor. Zowel wat betreft de inhoud als de literaire analyse. Hoe wordt de spanning opgebouwd bijvoorbeeld, welke motieven herken je? Wat is het hoofdthema en welke andere thema's komen aan bod? Welke rol speelt de setting in het verhaal? Wat vind je van het motto? Recensie 1 Zelden werd de kinderhaat van een jonge ouder sterker beschreven dan in het titelverhaal uit Elke Geurts drie jaar geleden verschenen bundel Lastmens. Daarin voelde een moeder zich zo opgejaagd door het zandbakbestaan dat ze haar dochtertje voor begon te houden dat ze niet mama was, maar ‘de au pair’. Het verhaal was impliciet, compact en pijnlijk – de school van Alice Munro, zoals sinds vorige week de hele wereld weet. Veel elementen van dat briljante ‘Lastmens’ zijn terug te vinden in De weg naar zee, de eerste roman van Geurts (1973). Ook hier ontstaat moederliefde niet vanzelf, of gaat die in elk geval gepaard met veel minder prettige en zeker minder salonfähige gevoelens. Er is ook nu weer verwarring over status en klasse en daardoorheen spelen de kleine ongemakken van het moderne leven. De hoofdpersoon van De weg naar zee is de veertigjarige Tessa – dochter van een hoogleraar, maar zelf kapster – die in de zinderende hitte met haar zevenjarige dochter Summer in een bolderkar door de duinen loopt. Het landschap is zwartgeblakerd; er waart een pyromaan tussen Schoorl en Bergen. Elke Geurts Dat het grootste onheil in de moeder schuilt, wordt al snel duidelijk: ‘Kon ze haar dochter ook maar even leeg laten lopen. Het lichaam vastpakken en het net zo lang en hard tegen zich aan houden tot alle lucht eruit verdwenen is. Ze zal haar netjes opvouwen, haar in de strandtas stoppen, om haar weer op te blazen als ze er zijn.’ Tessa huurt ergens verderop een huisje met haar jeugdvriendin Gina en hun beider dochters: ‘Ze trouwden er in hetzelfde jaar en kregen in hetzelfde jaar allebei een dochter. Ze spraken niets af, het ging gewoon zo, hun levens verliepen griezelig parallel. Dat het grootste onheil in de moeder schuilt wordt al snel duidelijk Tessa was nu bijna een jaar gescheiden. Gina nog niet. Daarin was Tessa haar dus voor.’ De mentale ruïne die in het binnenste van de hoofdpersoon schuilgaat is kolossaal en de oorzaken zijn legio: haar Australische man is teruggekeerd naar zijn continent, ze heeft een diepe obsessie met haar eigen uiterlijk en dat van de kleine Summer, terwijl haar ouders zich onderscheiden door een egocentrisme dat in zijn liefdeloosheid amper grenzen kent. Aanvankelijk denk je nog dat het de praktische kant van het moederschap is die Tessa aanvliegt, maar de situatie is ingewikkelder, want er is bij de geboorte iets misgegaan met Summer. Althans, daar is Tessa van overtuigd. Wat het kind precies mankeert laat Geurts lang in de schemerzone en is feitelijk ook minder belangrijk: de radicale maatregelen waarmee Tessa de vermeende onvolkomenheden van haar ‘Mini me’ wil wegpoetsen zijn op eigen kracht angstaanjagend genoeg. De weg naar zee is ondanks de lichte toon een beklemmende roman, waarin de ouderschapsdingetjes steeds meer worden overvleugeld door de alras gevaarlijker aandoende gekte van de hoofdpersoon. De dreiging wordt echter wel over een groot aantal pagina’s uitgesmeerd: Geurts is zo sterk op de korte baan, dat je je afvraagt waarom ze zoveel ruimte heeft genomen. Vrijwel het hele tweede deel van de roman gaat op aan het expliciteren van wat ze eigenlijk in de eerste vijftig pagina’s al heeft laten zien. Dan volgt er wéér een moeizaam gesprek met de jeugdvriendin, nóg een ouderschapsgebonden paniekaanval, een volgend pijnlijk doktersbezoek. Zo krijg je steeds meer informatie, zonder dat je kennis nog veel toeneemt. Geurts lijkt te onderschatten hoe veel ze in weinig woorden al heeft verteld – en dus gaat ze veel te lang door. Er zit meer dan genoeg Munro in haar schrijverschap, maar bij die kwaliteit hoort ook het vermogen om te zien wanneer een verhaal niet meer beter wordt als het langer wordt. Tegen het einde van de roman, ook de laatste fase van de helletocht van Tessa met dochter en bolderkar door de duinen, volgt dan nog een mooie hallucinatoire scène, wanneer plotseling een groot idool van Tessa en Summer opduikt: ‘Door de paraplu in zijn hand dreigt hij soms zijn evenwicht te verliezen, maar de glimlach verdwijnt nooit van zijn gezicht. Wat een prachtige man, denkt Tessa, maar wat is hij alleen. Ze heeft nog nooit een eenzamer mens gezien.’ Deze wereldster is afgaande op de geschiedenis van moeder en dochter perfect gecast en zijn gedrag is memorabel. In die scène laat Geurts weer zien hoe goed ze is – en hoe ze in een handomdraai het mysterie terugbrengt dat daarvoor langzaam uit haar net te veel opgeblazen verhaal was gelopen. http://www.nrc.nl/handelsblad/van/2013/oktober/18/kon-ik-mijn-kind-maar-laten-leeglopen-1304222 Recensie 2 In haar eerste roman heeft Geurts moeite de spanning vast te houden Arjan Peters 26 oktober 2013, 00:00 0 Vrouwen die een ander leven willen of die voor een kind kiezen als 'alibi om te bestaan' om de eigen mislukking te verdoezelen. In het schetsen van zulke types, die kunnen spelen dat ze leuk gek zijn om het maar niet uit te hoeven gillen van ellende, bleek Elke Geurts (1973) bedreven, in de twee verhalenbundels die ze tot dusver publiceerde. Maar wat, als het kind ook een probleem is, een kind met een downsyndroom aan wie iedereen kan zien dat er iets mis mee is? Zeven jaar is Summer, de dochter van haarstyliste Tessa (40). Met haar geslaagde vriendin Gina, die natuurlijk een smetteloze dochter heeft, zit ze in een vakantiehuisje in Noord-Holland, en de hitte is verzengend. Er staat iets te gebeuren. 'Het is de stilte voordat de bom valt, of 'het ogenblik voordat het leven definitief losbarst'.' Dat denkt Tessa, die veel te stellen heeft gehad met haar dochter, en die nu met bijna verbeten blijheid vakantie viert. Er gaat iets knappen. Zo veel is van meet af aan duidelijk, in de eerste roman van Geurts, De weg naar zee, waarin ze moeite heeft de spanning over 150 pagina's vol te houden. 'Ze is niet goed. Maar ik vind haar wel goed', is de verklaring die Tessa heeft gegeven toen haar ouders zeven jaar geleden op kraamvisite kwamen en niet zagen wat er mis was. Dat is dapper. Al even begrijpelijk is de ergernis die Tessa voelt als haar geslaagde vriendin in het Staatsbosbeheerhuisje opmerkt: 'Genieten hè? Dit is toch meteen ontzettend genieten?', alsof ze het genot, 'door het zo nadrukkelijk te benoemen, meteen weer van haar afnam'. Op die momenten maakt Geurts van haar Tessa een sympathiek, hoekig personage. Dat tegelijkertijd een tijdbom is, met zorgwekkende trekken. Het ene moment let ze op haar dochter, het andere laat ze Summer zonder te kijken de zee in lopen. In de eerste twee weken van Summers leven zette haar moeder de cd Bach voor baby's non-stop aan, want dan kunnen ze later beter rekenen. En als ze heeft besloten Summer op haar vierde jaar aan plastische chirurgie te onderwerpen, zodat haar dochter er zal gaan uitzien als gewone mensen, gaat ze de operaties (aan tong, oren en ogen) en injecties eerst met haar bespreken. Summer mocht uiteindelijk zelf kiezen, want het bleef haar lichaam. Dit begint eng te worden. Deze vrouw is gevaarlijk. De zomerse idylle kan in een zwart drama omslaan. Bij de lezer groeit de achterdocht over deze moeder uit tot de zekerheid dat ze iets probeert te beheersen dat te groot voor haar is geworden. Maar er is geen ander in haar directe omgeving dan Summer en vriendin Gina die geen argwaan krijgt als Tessa plompverloren uitroept dat ze álles loslaat, ja die het zelfs reuzegoed noemt dat haar vriendin zomaar zegt dat het genoeg is geweest. 'We zijn vrij.' Daar moet champagne op gedronken worden. De hitte zwelt aan, bosbranden knetteren rondom, om hen heen zijn stukken aarde geblakerd, maar de vriendinnen en hun dochters dansen op Michael Jackson. En dat is het goede van Geurts' verhaal: ze heeft je zo opmerkzaam gemaakt, dat juist die plotselinge nonchalance van de daarnet nog verkrampte Tessa verontrustend is. Het leven controleren is ondoenlijk, wrijft Geurts ons in, en die moraal is helaas een platitude. Maar ze laat ook zien dat een moeder die dat inzicht nog moet verwerven niet te benijden is, helemaal niet vergeleken bij de heldin van dit verhaal; het opgewekte meisje met de zonnige naam, dat later een beroemde danseres wil worden. http://www.volkskrant.nl/recensies/de-weg-naar-zee~a3859171/ |